Reglement 3-tallen
Drietallen wedstrijd
- Er wordt geschoten met drietallen.
- In een drietal mogen geen actieve schutters van de organiserende vereniging staan. In een drietal mag maximaal één schutter aangesloten bij de OLS federatie staan.
- Elk drietal dat 12 punten heeft geschoten kan met een andere schutter een nieuw drietal vormen.
- Bij niet volgeschoten kaarten – dus geen 12 punten – mag het drietal met een nieuwe kaart schieten, echter men kan maar met één kaart in dezelfde samenstelling aan de kaveling deelnemen.
- Het inleggeld voor elk drietal bedraagt € 6,00
- Elke schutter lost 4 schoten op punten van 1½ x 1½ x 1½ cm ribbe.
- Er wordt niet proefgeschoten; mist een schutter bij het eerste schot dan telt dit als een proefschot.
- Er wordt geschoten van boven naar beneden; men dient zich te houden aan de aanwijzingen van de optekenaar.
- De kaveling zal plaats vinden op punten van 1 x 1 x 1 [cm] ribbe.
- Het bestuur bepaalt, indien nodig, dat personen niet verder mogen deelnemen aan het schieten indien zij hiertoe niet (meer) in staat zijn of worden geacht.
- In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de organiserende vereniging.